Een eigen vertaling van
HET LIED VAN HET GEBED
aanhangsel van Een cursus in wonderen
Gebed, vergeving, heling
uitbreiding van de principes van
cursus in wonderen
INHOUD
1 GEBED
Inleiding
I. Het ware gebed
II. De ladder van het gebed
III. Bidden voor anderen
IV. Bidden met anderen
V. Het eind van de ladder
2 VERGEVING
Inleiding
I. Vergeving van jezelf
II. Vergeving-ter-vernietiging
III. Vergeving-ter-verlossing
HELING
Inleiding
I. De oorzaak van ziekte
II. Pseudo-heling tegenover ware heling
III. Afscheiding tegenover vereniging
IV. De heiligheid van heling
GEBED
Inleiding
L-1.inl.1. Gebed is de grootste gave waarmee God Zijn Zoon bij zijn schepping gezegend heeft. 2Het was toen al wat het worden zal: de enige stem die Schepper en schepping delen; het lied dat de Zoon zingt tot de Vader, die de dankbetuiging Hem daardoor gegeven teruggeeft aan de Zoon. 3Oneindig is de harmonie, en oneindig ook de vreugdevolle samenklank van de Liefde die Zij Elkaar voor eeuwig geven. 4En hierin breidt de schepping zich uit. 5God brengt in Zijn Zoon dank aan Zijn uitbreiding. 6Zijn Zoon brengt dank voor zijn schepping in het lied van wat hij schept in Zijn Vaders Naam. 7De Liefde die Zij delen is wat alle gebed door de eeuwigheid heen zal zijn, wanneer tijd heeft afgedaan. 8Want zo was het voordat tijd er leek te zijn.
L-1.inl.2. Voor jou die een tijdje in de tijd verwijlt, neemt gebed de vorm aan die het best jouw behoefte vervult. 2Je hebt er slechts één. 3Wat God als één geschapen heeft moet zijn eenheid herkennen, en zich erover verheugen dat hetgeen illusies leken te scheiden voor eeuwig één is in de Geest van God. 4Gebed moet nu het middel zijn waarmee Gods Zoon afzonderlijke doelen en gescheiden belangen achterlaat, en zich in heilige vreugde wendt tot de waarheid van vereniging in zijn Vader en hemzelf.
L-1.inl.3. Leg je dromen neer, jij heilige Zoon van God, en verhef je zoals God jou geschapen heeft, zie af van afgoden en herinner je Hem. 2Gebed zal jou nu onderhouden, en jou zegenen terwijl jij je hart tot Hem verheft in een lied dat opstijgt en hoger reikt, steeds hoger, totdat zowel hoog als laag verdwenen zijn. 3Geloof in jouw doel zal groeien en je overeind houden, terwijl je de stralende trap bestijgt naar de hemelse velden en de poort van vrede. 4Want dit is gebed, en hier bevindt verlossing zich. 5Dit is de weg. 6Het is Gods gave aan jou.
I. Het ware gebed
L-1.I.1. Gebed is een door de Heilige Geest aangereikte manier om God te bereiken. 2Het is niet zomaar een vraag of een smeekbede. 3Het kan niet slagen tot je beseft dat het vraagt om niets. 4Hoe kan het anders zijn doel dienen? 5Het is onmogelijk te bidden voor afgoden hopend God te bereiken. 6Het ware gebed moet de valstrik van vragen door smeekbeden vermijden. 7Vraag liever te ontvangen wat reeds gegeven is, te aanvaarden wat reeds aanwezig is.
L-1.I.2. Er is je gezegd de Heilige Geest een antwoord te vragen voor elk specifiek probleem, en dat je een specifiek antwoord ontvangen zult als dat jouw behoefte is. 2Er is je eveneens gezegd dat er maar één probleem en één antwoord is. 3In gebed is dit geen tegenspraak. 4Er zijn hier beslissingen te nemen, en die moeten worden genomen, of het illusies zijn of niet. 5Jou kan niet worden gevraagd antwoorden te aanvaarden die uitgaan boven het behoefteniveau dat je kunt herkennen. 6Daarom is het niet de vorm van de vraag die van belang is, noch hoe die wordt gesteld. 7De vorm van het antwoord, indien door God gegeven, zal aan jouw behoefte voldoen zoals jij die ziet. 8Dit is slechts een echo van het antwoord van Zijn Stem. 9De werkelijke klank is altijd een lied van dankzegging en Liefde.
L-1.I.3. Je kunt dus niet om de echo vragen. 2Het lied is juist het geschenk. 3Samen daarmee komen de boventonen, de harmonieën, de echo's, maar deze zijn ondergeschikt. 4Bij het ware gebed hoor je alleen het lied. 5Al het overige is er slechts aan toegevoegd. 6Jij hebt eerst het Koninkrijk der Hemelen gezocht, en al het andere is jou inderdaad gegeven.
L-1.I.4. Het geheim van het ware gebed is de dingen te vergeten die jij meent nodig te hebben. 2Vragen om iets specifieks is nagenoeg hetzelfde als naar zonde kijken en die vergeven. 3Eveneens op dezelfde manier zie je voorbij aan je specifieke behoeften zoals jij die ziet, en geef je ze over in Gods Handen. 4Daar worden ze jouw geschenken aan Hem, want ze vertellen Hem dat jij geen andere goden voor Zijn aangezicht wilt; geen andere Liefde dan de Zijne. 5Wat kan Zijn antwoord anders zijn dan jouw herinnering van Hem? 6Kan dat worden geruild voor een beetje te verwaarlozen advies over een probleem van heel korte duur? 7God antwoordt louter voor de eeuwigheid. 8Maar toch zijn alle kleine antwoorden hierin vervat.
L-1.I.5. Gebed is een stap opzij doen, een loslaten, een stille tijd van luisteren en liefhebben. 2Het behoort met geen enkel soort smeekbede te worden verward, want het is een manier om je jouw heiligheid te herinneren. 3Waarom zou heiligheid moeten smeken, wanneer ze alle recht heeft op alles wat Liefde te bieden heeft? 4En het is tot Liefde dat jij je in gebed wendt. 5Gebed is een geschenk: het opgeven van jezelf om één te zijn met de Liefde. 6Er valt niets te vragen, omdat er niets te wensen overblijft. 7Dat niets wordt het altaar van God. 8Het verdwijnt in Hem.
L-1.I.6. Dit is niet een niveau van gebed dat ieder vooralsnog bereiken kan. 2Zij die dit niet hebben bereikt, hebben nog steeds jouw hulp nodig bij het gebed, omdat hun vragen nog niet gebaseerd is op aanvaarding. 3Hulp bij gebed betekent niet dat iemand bemiddelt tussen jou en God. 4Maar het betekent wel dat iemand naast je staat en je helpt je tot Hem te verheffen. 5Iemand die weet heeft van Gods goedheid bidt zonder angst. 6En iemand die bidt zonder angst kan niet anders dan Hem bereiken. 7Hij kan daardoor eveneens Zijn Zoon bereiken, waar hij ook mag zijn en welke vorm hij ook lijkt aan te nemen.
L-1.I.7. Bidden tot Christus in iemand is het ware gebed, want het is een dankgeschenk aan Zijn Vader. 2Vragen dat Christus slechts Zichzelf is, is geen smeekbede. 3Het is een danklied voor wat jij bent. 4Hierin ligt de kracht van het gebed. 5Het vraagt niets en ontvangt alles. 6Dit gebed kan worden gedeeld omdat het voor iedereen ontvangt. 7Bidden met iemand die weet dat dit waar is, is verhoord worden. 8Misschien zal de specifieke vorm van oplossing voor een specifiek probleem bij één van beiden opkomen; het doet er niet toe wie. 9Misschien bereikt ze beiden, als jullie zuiver op elkaar zijn afgestemd. 10Ze zal komen omdat je hebt ingezien dat Christus in jullie beiden aanwezig is. 11Dat is de enige waarheid erin.
De ladder van het gebed
L-1.II.1. Gebed kent begin noch eind. 2Het is deel van het leven. 3Maar het verandert wel van vorm, en groeit door wat je leert, tot het zijn vormloze staat bereikt en in totale communicatie met God versmelt. 4In zijn vragende vorm hoeft het geen beroep te doen op God of zelfs maar geloof in Hem in te houden, en vaak is dat ook niet het geval. 5Op deze niveaus is gebed slechts een verlangen, vanuit een gevoel van schaarste en gemis.
L-1.II.2. Deze vormen van gebed, of vragen-uit-nood, gaan altijd gepaard met een gevoel van zwakte en ontoereikendheid, en kunnen nooit zijn voortgebracht door een Zoon van God die weet Wie hij is. 2Niemand die zeker is van zijn Identiteit kan in deze vormen bidden. 3Maar evenzeer geldt dat niemand die onzeker is over zijn identiteit kan nalaten op deze manier te bidden. 4En bidden is even aanhoudend als het leven. 5ledereen bidt zonder ophouden. 6Vraag en je hebt ontvangen, want jij hebt vastgesteld wat het is dat je wilt.
L-1.II.3. Het is eveneens mogelijk een hogere vorm van vragen-uit-nood te bereiken, want in deze wereld brengt gebed herstel en behelst nu eenmaal leerniveaus. 2Hier kan de vraag in oprecht geloof, hoewel nog zonder begrip, tot God worden gericht. 3Een vaag en doorgaans onbestendig gevoel van identificatie is meestal bereikt, maar wordt dikwijls vertroebeld door een diepgeworteld gevoel van zonde. 4Op dit niveau is het mogelijk om dingen van deze wereld, in uiteenlopende vorm, te blijven vragen, en is het ook mogelijk te vragen om geschenken als eerlijkheid of goedheid, en vooral om vergeving voor de vele bronnen van schuld die onvermijdelijk aan elk gebed uit nood ten grondslag liggen. 5Zonder schuld is er geen schaarste. 6De zondelozen kennen geen nood.
L-1.II.4. Tot dit niveau hoort ook die merkwaardige innerlijke tegenspraak die bekend staat als 'bidden voor je vijanden'. 2De tegenspraak ligt niet in de gebruikte woorden, maar eerder in de manier waarop ze gewoonlijk worden geïnterpreteerd. 3Zolang jij gelooft dat je vijanden hebt, heb je gebed beperkt tot de wetten van deze wereld, en heb je ook jouw vermogen om te ontvangen en te aanvaarden aan dezelfde nauwe grenzen onderworpen. 4En toch, als je vijanden hebt, heb je gebed nodig, en hard nodig ook. 5Wat betekent deze uitdrukking werkelijk?
6Bid voor jezelf, dat je niet probeert Christus te gijzelen en daardoor de herkenning van je eigen Identiteit verliest. 7Wees niemands verrader, of je pleegt verraad jegens jezelf.
L-1.II.5. Een vijand is het symbool van een gegijzelde Christus. 2En wie kan Hij zijn dan jijzelf?
3Het gebed voor je vijanden wordt zo een gebed voor je eigen vrijheid.
4Nu is het niet langer een innerlijke tegenspraak.
5Het is een uitdrukking geworden van de eenheid van Christus en een erkenning van Zijn zondeloosheid.
6En nu is het heilig gewordenr want het bevestigt de Zoon van God zoals hij werd geschapen.
L-1.II.6. Laat dit nooit worden vergeten: gebed op elk niveau is altijd voor jezelf. 2Wanneer jij je met iemand in gebed verenigt maak je hem deel van jou. 3De vijand ben jij, zoals jij de Christus bent. 4Eer het heilig kan wordenr wordt gebed dus een keuze. 5Jij kiest niet voor een ander. 6Je kunt slechts voor jezelf kiezen. 7Bid naar waarheid voor je vijandenr want hierin ligt je eigen verlossing. 8Vergeef hun jouw zondenr en jij zult waarlijk vergeven zijn.
L-1.II.7. Gebed is een ladder die tot de Hemel reikt. 2Op het hoogste punt is er een transformatie die erg lijkt op die van jou, want gebed is deel van jou. 3Aardse zaken worden achtergelaten, geen van alle nu herinnerd. 4Er wordt niets gevraagd, want er is geen gemis. 5De Identiteit in Christus wordt ten volle gezien als eeuwig vastgesteld, boven elke verandering verheven en onvergankelijk. 6Het licht flakkert niet langerr en zal nooit doven. 7Zonder enig soort behoefte en voor eeuwig bekleed met de zuivere zondeloosheid die Gods gave is aan jou, Zijn Zoonr kan gebed nu opnieuw worden wat het altijd bedoeld was te zijn. 8Want nu stijgt het op als danklied tot jouw Schepper, gezongen zonder woorden, gedachten of ijdele verlangensr zonder enige behoefte nu. 9Zo breidt het zich uit, zoals het bedoeld was. 10En voor dit geven brengt God Zelf dank.
L-1.II.8. God is het doel van elk gebed, en geeft het tijdloosheid in plaats van een einde. 2Evenmin kent het een begin, omdat het doel nooit is veranderd.3Gebed in zijn beginvormen is een illusie, want er is geen ladder nodig om te bereiken wat men nooit verlaten heeft. 4Gebed is echter deel van vergeving zolang vergeving -zelf een iIIusie- onbereikt blijft. 5Gebed is verbonden met leren tot het leerdoel is bereikt. 6En dan zullen alle dingen tezamen getransformeerd, en onbezoedeld terugkeren naar de Geest van God. 7Omdat dit wat geleerd wordt, te boven gaatr kan deze toestand niet worden beschreven. 8De fasen die nodig zijn om dit te bereiken moeten echter worden begrepen, wil Gods Zoon, die nu leeft met de illusie van dood en angst voor God, vrede vinden.
Donaties
via PayPal
Of email me voor het rekeningnummer van Stichting Absolute 1 wanneer je je waardering in geld uit wil drukken en bij wil dragen aan dit waardevolle werk. Alles wat je geeft heb je aan jezelf gegeven.
Hier is de link naar het volledige bestand van "Het lied van het gebed waarin je meer leest over echte vergeving.
Het lied van het gebed
Het lied van het gebed als rtf bestand.
|